Spel

Kinderen kunnen zich uit de slag trekken met twee keer niets.

In het museum Wiels in Brussel is op dit moment de tentoonstelling ‘Children’s games’ van de Belgisch-Mexicaanse kunstenaar Francis Alÿs te zien. Alÿs documenteert kinderspelen over de hele wereld. Als een soort antropoloog filmt hij kinderen die buiten spelen.

De diversiteit die zijn films laten zien, is enorm. Kinderen kunnen zich ook uit de slag trekken met twee keer niets: een bal, een stuk hout, een touw. Bijzonder is dat kinderen hun spel altijd weer aanpassen aan de situatie. Zo botste de kunstenaar in Hongkong op een pandemieversie van tikkertje. De jacht werd ingezet door iemand met een mondkapje. Iemand aantikken stond gelijk met het virus doorgeven.

De tentoonstelling roept associaties op met het beroemde onderzoek ‘Homo Ludens’ van Johan Huizinga en het schilderij ‘De Kinderspelen’ van Pieter Bruegel. Als leraar in de kunsten laat de tentoonstelling je reflecteren over je eigen lespraktijk: Hoe speels zijn mijn contactmomenten op de academie? Hoe kan ik via spel de creativiteit van mijn leerlingen aanwakkeren? Hoe verhouden vakmanschap en spel zich tegenover elkaar?

Plaats een reactie