Kunstig competent heeft een nieuw logo en nieuwe symbolen gekregen. En daar zijn we fier op. De noodzaak ontstond tijdens de bijsturing van het leerplan voor Beeldende en Audiovisuele Kunsten. Vormgeefster Anne Verlent van de academie van Berchem ontwikkelde met veel empathie de nieuwe symbolen.
Voor het domein beeld zochten we naar een alternatief voor de rollen, in een taal die dichter bij beeldende kunstenaars ligt. Deze variant bestaat uit vijf artistieke ontwikkelingsgebieden. Deze zijn verbeelden, onderzoek, vakmanschap, dialoog en tonen. Vooral de keuze voor verbeelden voor de kunstenaar valt op. De term kunstenaar ervaren leraren beeld eerder als een overkoepelende begrip voor alle rollen/ artistieke ontwikkelingsgebieden.
De relatie tussen de twee sets wordt in dit beeld duidelijk:
Hiermee erkennen we enerzijds de verschillen tussen beeld en podiumkunsten maar willen we anderzijds, misschien nog sterker dan voorheen, de gemeenschappelijkheid in de verf zetten.
artistieke competenties 
Knap!
Sterk, Erik en collega’s!
Het geeft in eerste instantie heel mooi aan dat het in beide sectoren van de kunsten om dezelfde kern, dezelfde essentie gaat.
De inleving en de beleving, het zoekende, het ambachtelijke en het delende, het creërende of het hercreërende, het zijn dimensies die in alle kunstvormen voorkomen, ook in kunstvormen die buiten de domeinen van het kunstonderwijs staan.
Of dit nu het predicaat ‘dialoog’ krijgt of ‘samenspeler’, ‘performer’ of ‘tonen’ maakt volgens mij weinig verschil.
De rode rol, het rode ontwikkelingsgebied rond de uniciteit van de kunstenaar geeft de verbinding tussen de kunsten nog sterker weer. Vandaar het pleidooi om deze verenigende, verbindende dimensie steeds (of opnieuw) zijn plaats te geven in het model.
Anderzijds wel een kanttekening: waar de ‘originele set’ consistent was in de bewoording, nl. een rol met een actieve dimensie, zitten in de nieuwe set zowel werkwoorden als ‘tonen’ en ‘verbeelden’ naast substantieven als ‘dialoog’ en ‘onderzoek’ en een attribuut ofg een eigenschap van de kunstenaar nl. ‘vakmanschap’.
Deze taalkundige veschillen komen de homogeniteit van de set niet ten goede.
Maar zoals boven gesteld: een knappe oefening in adaptatie.
Proficiat!
MVG
Geert Lavrysen
Dag Geert
Merci voor deze mooie woorden en voor je sterke analyse. We waren er ons van bewust dat het palet voor beeld taalkundig minder consistent is. Maar tijdens het ontwikkelproces met de leraren en directeur beeld ontdekten we dat ‘het juiste woord vinden’ of ‘een term vinden die voor het gevoel van de beeldende kunstenaar klopt’ een veel dominanter criterium was dan consistentie. Het gevolg: leraren beeld voelen zich zeer gelukkig met de nieuwe aanpassingen. Hopelijk keurt de inspectie binnenkort het nieuwe leerplan beeld goed.
Van harte
Erik
Inspirerend!