
Hoogleraar Ad Dijksterhuis onderschrijft dat de artistieke competenties experimenteren en creëren essentieel zijn voor creativiteit:
We kunnen op twee manieren denken. Divergent denken (experimenteren) is het wilde, gekke denken, rare ideeën verzinnen die alle kanten op wapperen. Het is wat kinderen doen. Convergent denken (creëren) doen we als we oordelen vellen, als we willen testen of iets wel realistisch is.
Wat volwassenen vooral doen, is dat divergente denken meteen wegdrukken met hun convergente denken. Voor creativiteit moet je je divergente denken oefenen en het convergente denken on hold zetten. Je geest moet openstaan. Het is als een kussen dat telkens weer opgeschud moet worden.