Je hoeft het niet goed te kunnen – àls je maar een instrument speelt. Deze uitspraak van de enthousiaste breinwetenschapper Erik Scherden blijft hangen.
Onderzoek bezingt de kwaliteiten van muziek: vuurwerk in je brein. Muziek maakt gezonder, aardiger, stabieler en brengt je in een gewenste stemming. Of stimuleert het samenhorigheidsgevoel. Dit palet positieve effecten kan tellen. De conclusie ligt dan ook voor de hand: iedereen een instrument.
En wat betekent dat voor (deeltijds) kunstonderwijs? Het spanningsveld tussen lage drempel en hoog niveau speelt ons parten. Want we willen ook zo graag dat ons kunstonderwijs van een hoog niveau blijft.
Erik Scherden vindt dat van een tweede orde. Dàt je musiceert, is het belangrijkste. Iedereen artiest dwingt ons tot keuzes: maatwerk en een flexibele structuur waarin minder en meer ambitieuze trajecten naast elkaar kunnen bestaan.
En een lerarenteam dat blij is met elke ontwikkeling van een leerling. Hoe klein ook. En nee, je hoeft je niet te verontschuldigen als een leerling nog niet zo ver staat. Want je hebt er zeker hard mee gewerkt. Het is goed dat die leerling er nog is. En blijft spelen…
Als ze maar spelen.
Dit is er een om in te kaderen!
Ik zou zelfs zeggen: DIT IS ER EEN OM IN TE KADEREN!
Indien het DKO een te hoog niveau is voor de muzikant , waarom is een fanfare of harmonie dan geen optie.
Er zijn meerdere verenigingen in ieders buurt en zodoende is men vrij om een muziekvereniging te kiezen die voldoet aan het niveau van elk individu.
Het is tot op heden nog altijd zo dat vele mensen het stereotype beeld hebben van een fanfare of harmonie.
Ik stel voor dat mensen die interesse hebben om een instrument te willen bespelen eens langs gaan bij een vereniging uit de buurt en de nodige informatie opvragen.
Ondertussen kunnen ze dan ook de sfeer mee maken en daarna tot een besluit komen.