6 dagen en 23 uur. Zoveel tijd zit er tussen twee lessen op de academie. Geen onbelangrijke kwestie. Hoe bereid je leerlingen goed voor op deze tussentijd? Hoe kan je – van op een afstand – de kwaliteit van het thuiswerk beïnvloeden?
Want het kwaad is snel geschied. Als een tekst verkeerd wordt ingestudeerd, start een moeizaam verbeterproces. Ingeslepen patronen zijn hardnekkig.
Een leraar van een Antwerpse academie is hier al lang mee bezig en werd geïnspireerd door de rol onderzoeker. Onderzoekers stellen zich voortdurend vragen. En daar kunnen we iets mee. Zijn gouden tip? Leer leerlingen zichzelf vragen stellen.
- Wat ging (nog niet) goed?
- Welke fout maak ik altijd weer?
- Wat pak ik nu best aan?
- Waar let ik de volgende keer op?
En dat moet je trainen als een spier: speel – stel jezelf een vraag – speel opnieuw – stel jezelf een vraag – en speel opnieuw…
Of eenvoudiger: speel – ? – speel beter – ? – speel nog beter – ?
Het vraagteken als werkinstrument.