Onze hersenen maken voortdurend verbindingen tussen verschillende hersendelen. Dat is complex en vraagt van ons denken heel wat energie.
Om het leefbaar te houden gebruiken we in gelijkaardige situaties dezefde verbinding. En een volgende keer weer. Zo ontstaan routines en wordt een verbinding steeds dikker en krachtiger. Gevolg? Het wordt nog aantrekkelijker om iets op dezelfde manier te doen.
Kunstenaars hebben het vermogen om ver weg te blijven van die dikke verbindingen. Ze verlaten de hoofdweg en maken zijsprongen.
Voor een geboren kunstenaar is dat een tweede natuur. Anderen kunnen dat leren. Door zichzelf uit te dagen, obstakels in te bouwen of opdrachten te krijgen die sturen naar onvoorziene paden. Dat is het mooie werk dat we te doen hebben als we kunstenaarskwaliteiten bij onze leerlingen willen ontwikkelen.