Kaat zit nu in de hogere graad fagot. Ze kwam in eerste les van het eerste jaar met een grote droom de klas binnen: Ik wil mijn eigen liedjes maken.
We hebben dat tijdens de eerste weken even opgepakt. Wat improviseren met de twee noten die ze geleerd had. Maar toen was het tijd voor het echter werk: een goede mondstand. Prima. Haar droom en misschien haar talent ging voor heel even de koelkast in.
Kaat kreeg een goede mondstand. Ritmes werden steeds complexer en haar klank mooier. Ik herinner me dat ze het in de middelbare graad nog enkele keren geprobeerd heeft: Kan je me leren improviseren? Nu nog niet, zei ik, eerst het examen M3. In de hogere graad is daar ruimte voor. En zo belandde haar droom en misschien haar talent in de diepvriezer.
Van de dingen die in de koelkast liggen, weet je nog dat je ze hebt. Bij spullen in de diepvriezer weet je dat vaak niet meer.
Een heel mooi stukje… en ik moet toegeven dat ik me er ook schuldig aan gemaakt heb als leerkracht. Gelukkig bleef Gaby zeuren…waardoor ze haar eigen werk in haar eigen stijl uiteindelijk maakte.