Anders Ericsson en Robert Pool beschrijven in hun boek Piek hoe gewone mensen buitengewoon kunnen presteren. De kern van hun betoog? Altijd maar herhalen heeft weinig effect. Je haalt er hooguit een gemiddeld niveau mee.
Daar tegenover stellen ze het concept van doelbewust trainen. De ingrediënten?
- duidelijke en bewuste doelen stellen;
- geconcentreerd oefenen;
- directe feedback krijgen;
- de lat steeds hoger leggen.
Het boek ontkracht de talentmythe. Toppresteerders hebben niet uitzonderlijk veel talent. Wat hen wel onderscheidt, is doelgerichte training en hard werken. Dat is het talent waarmee ze het verschil maken.
Natuurlijk erkennen de auteurs de invloed van aangeboren eigenschappen. Met 1m60 zal je geen basketter in de NBA worden. Maar het boek is toch op de eerste plaats een pleidooi voor doelbewuste trainingsprincipes.
Hallo Erik,
De grote jazzpianist Bill Evans zei, in een interview met zijn broer die muziekleraar is, hetzelfde:
Ik was er net mee bezig voor m’n lessen jazzgeschiedenis. Johan Sabbe leerde me dit interview kennen.
Groeten,
Lieven