Metaforen

aardappels-zak-748.jpg

Ik beken. Ik pik graag metaforen van collega’s. Stelen in de beste betekenis van het woord. Zoals deze:

Dit klinkt als een patattenzak die van de trap afrolt.   (merci Tom)

Eerst zie je dan een glimlach op het gezicht van de leerlingen. Wat zegt die nu? En daarna volgt het inzicht dat een passage niet sprankelend en gearticuleerd gespeeld is. Werkt.

Ook leraars zang hebben een ongelofelijk arsenaal aan metaforen. Omdat hun instrument niet zichtbaar is, moeten ze wel. Voorbeelden?

Je swingt als een wasmachine: je speelt technisch juist maar het mist ziel en feel.

Zing over de wasdraad: beeld je in dat je kin over een wasdraad hangt en er niet vanaf mag glippen. Alles wat je zingt moet je over die wasdraad heen gooien.

Zing als vers gezette koffie, niet als koffie die je net hebt opwarmd: zing alsof het de eerste keer is dat je die woorden in je mond neemt.

Metaforen en vergelijkingen, beeldrijke en competentiegerichte interventies die bij kunstonderwijs passen…

…en die wat lichtheid aan het academiebestaan geven.

Delen = vermenigvuldigen

delen-is-vermenigvuldigen.jpg

Al drie projectjaren kijk ik vol bewondering naar de ideeën en materialen die leraren DKO ontwikkeld hebben. On-ge-lo-fe-lijk. Ons onderwijs zou nog straffer zijn, mochten we meer met elkaar delen.

Delen om te vermenigvuldigen: met collega’s samenzitten, een thema in het midden leggen, het daar samen over hebben en zo leren.

  • Hoe spreken we de kunstenaar aan?
  • Hoe pakken we op een efficiënte manier vakmanschap aan?
  • Hoe maak je van een groep een samenwerkende groep?
  • Welke beelden, metaforen gebruik je om je verhaal te vertellen?
  • Of nog concreter: hoe leer je een hopfiguur aan?

De vakgroep AMV van het NIKO is zo’n lerende gemeenschap. Met veel liefde en geloof in het samen-delen worden ideeën en werkvormen besproken en in de cloud gedeeld. Iedereen wordt er beter van: de leraren, de school en vooral de leerlingen.

Mag ik uw stuk spelen?

accordeonklas karin van steenlandt

De lerares accordeon van de academie van Ronse organiseerde vorige week een concert waarop haar 24 leerlingen eigen werken speelden. Ze vertelde er tijdens een vormingsmoment met veel enthousiasme over:

Bijna alle leerlingen vonden het geweldig om eigen composities te maken. Maar één leerling had het moeilijk met die vrijheid. Die heb ik dan ook met rust gelaten.

Ik vond het interessant dat de leerlingen zonder partituur speelden. Ze maakten echt contact met het instrument en de klank. Heel dichtbij.

Ik gaf meestal een duidelijke opdracht. Voor de beginners was dat bijvoorbeeld: maak iets van acht maten, begin met do en eindig met do. De meeste leerlingen kwamen dan met een kleine muzikale cel naar de les. Daar zijn we mee aan de slag gegaan: puzzelen, versterken, toevoegen, afwerken en podiumklaar maken. De middelbare graden zochten ook een passende begeleiding. Als dat nodig was, gaf ik ook vaktechnische kaders mee: opbouw van akkoorden, graden akkoorden, doorgangsnoten…

Sommige leerlingen gebruikten hele complexe ritmes. Die zouden ze nooit van een partituur kunnen spelen.

Een aantal leerlingen vertelden tijdens het concert hoe hun compositie tot stand gekomen was. Anderen waarom ze een titel gekozen hadden.

Het mooiste moment? Na het concert vroeg een leerling aan een andere: Mag ik uw stuk spelen?

Wat wil je nog meer?

 

Falen als kans

9789401434843.jpg

De Koninklijke academie Beeldende Kunsten in Den Haag doet een opmerkelijk experiment. Studenten mogen een mislukt werk presenteren. De beste mislukking krijgt een artikel in een kunsttijdschrift. Bij nader inzien een meer dan relevante oefening.

We citeren de medewerkers uit Den Haag:

Mislukken mag in de kunst. Dat is onvermijdelijk want twijfel wordt gezien als een positieve basishouding: je kunt als kunstenaar niet de onzekerheid wegsnijden en alleen de zekerheid houden.

Wij houden van falen:

  • een werk dat mislukt maar in zijn mislukken iets anders is geworden, interessanter;
  • een werk waarin twijfel centraal staat;
  • een plan dat zo groots is dat het gedoemd was te mislukken. Maar zo’n grootste poging is utopische heldendaad.

Wat voor kunstenaars geldt, geldt ook voor leraren in de kunsten. Een academie mag ook een plek zijn waar nieuwe didactische pistes onderzocht worden. Een plek waar risico’s genomen worden. Soms met succes, soms ook niet. Maar altijd in beweging.

De directeurs van de pilootacademies hebben dat begrepen.

Rubik’s kubus

rubiks.jpg

Blijven focussen op de rollen en niet in oude patronen vervallen. Het vraagt je voortdurende aandacht. Ook de leraren van de academie van Roeselare hadden die ervaring.

Een lerares vertelde dat ze een lijst met de rollen en sleutelcompetenties binnen handbereik had. In het oog, in het hart. En dat werkte! De knoop in haar zakdoek.

Andere opties:

  • de landkaarten in groot formaat aan de muren;
  • de zes rollen als achtergrond van de pupiter;
  • een kaartje dat je herinnert aan de uitdaging die je voor ogen had;
  • of Rubik’s kubus: in de kleuren van de rollen.

Klas van glas

klas van glasEen leraar klarinet vertelde dat sommige leerlingen naar zijn les kwamen om bij te praten en hun hart te luchten.

Hij had het daar best moeilijk mee. Hij zag zijn contactmomenten vooral als een werkplaats waar getraind en bijgestuurd wordt.

Hoe zien jouw lessen eruit?

En hoe zou je het graag hebben?

Mag Bach?

JS-Bach.jpg

Bach heeft op academies een symboolfunctie gekregen in de discussie rond competenties:

  • “Mogen we nog repertoire aanbieden dat er niet direct als zoete koek ingaat?”
  • “Moeten we het waardevolle uit het verleden loslaten?”
  • Of heel kort door de bocht: “Moeten ze dan helemaal niets meer kennen en kunnen?”

Een blik op de competentielijsten van het ministerie en van verschillende pilootscholen geeft een antwoord.

  • Performer: Je bouwt een (persoonlijk) repertoire op. Dat mag dus Bach bevatten.
  • Onderzoeker: Je toont interesse voor verschillende genres, stijlen en disciplines. Dus onder andere ook Bach.
  • Vakman: Je kan doorzetten (ook als het moeilijk is). En dat kan Bach soms wel zijn…

Natuurlijk blijft het o zo waardevol om leerlingen kennis te laten maken met grote en voor hen onbekende muziek. Dat hebben we te doen. Maar om Bach voor iedereen verplicht te maken? Nee, dat is geen maatwerk.

Evalueren om te leren

selecteren

Kan je het maken om leerlingen verschillend te beoordelen? Een interessante kwestie.

Ze kijken naar elkaar en zullen zeker protesteren als een medeleerling een makkelijker of een heel ander pakket mag oppakken.

Die vrees is begrijpelijk… als je dit vanuit het klassieke perspectief van evalueren om te vergelijken bekijkt.

Is je insteek evalueren om te ontwikkelen, dan reageer je anders: een evaluatie wil op de eerste plaats een interventie zijn waaruit een leerling kan leren. Of de ene leerling een bepaald facet beter kan dan de andere is dan niet het belangrijkste. Waar het wel om gaat? Of een leerling vanuit de evaluatie zijn leren verder kan oppakken.

Maar in de harde wereld van bijvoorbeeld de muziek- en danswedstrijden wordt er toch wel vergeleken?

Dat is inderdaad zo. Vergelijkende evaluaties kunnen gebruikt worden voor leerlingen die de stap naar het hoger kunstonderwijs willen zetten. Maar beperk deze aanpak tot een groep leerlingen die hiervoor kiest. Ook dat is maatwerk.

Kunnen we wel kunstenaars maken?

landkaart-leerplan-kunstenaar.jpgKunnen we wel kunstenaars maken? Dat was de intrigerende vraag die een leraar van de academie van Lier op tafel legde. In heel zijn lange carrière had hij geen leerlingen opgeleid die echte kunstenaar geworden waren. En vanuit zijn hele strenge norm, was dit een eerlijke conclusie.

Maar moeten we daarom de rol kunstenaar naast ons neer leggen? Nee, natuurlijk niet. Kunstenaarskwaliteiten aanscherpen is een kerntaak van kunstonderwijs.

De artistieke landkaart van de rol kunstenaar is misschien een interessante richtingaanwijzer.

 

Scole

 

ZE2D0119.jpg

De academie is een plek die sterk naar binnen én naar buiten gericht is.

Naar binnen: een academie zien we als een vrijplaats waar kunstenmakers in alle veiligheid kunnen experimenteren.

School is afgeleid van het Griekse woord scholè : vrije tijd. De school is van oudsher bedoeld als een plaats waar de tijd vrij gemaakt wordt. Het is een plek waar leerlingen vrijgesteld zijn van de verplichting om productief werk te leveren. Een plek waar het over dingen kan gaan die niet direct nuttig en noodzakelijk zijn.

Naar buiten: een academie is verweven met de omgeving. Ze heeft invloed op de kunstbeleving en -beoefening in de regio. Een academie wil uitstralen, zich tonen en iets betekenen voor de eigen gemeenschap.

Meer weten? Lees dan Apologie van de School van Jan Masschelein en Maarten Simons.