Bewust oefenen

angela-duckworth-bw.png

Veel oefenen is een sleutel tot succes. Maar de kwaliteit van die oefening is minstens even belangrijk. De Amerikaanse psychologe en wetenschapper Angela Duckworth omschrijft in haar boek de grit-factor de elementen van bewust oefenen:

  1. stel jezelf een doel;
  2. oefen met volledige concentratie;
  3. ontvang veel directe feedback;
  4. herhaal met aandacht voor die feedback.

Tenslotte geeft Duckworth de suggestie om werk te maken van dagelijkse routines.

Doorzettingsvermogen

dieet-volhouden-750x469.jpg

Je bent geen genie. Dit kreeg de Amerikaanse psychologe Angela Duckworth in haar jeugd te horen. Ondertussen studeerde ze op Harvard en Oxford neurowetenschappen en won ze prestigieuze prijzen.

In het boek De Grit-factor onderzoekt ze waarom ze toch slaagde. Ze stelt vast dat testen die uitgaan van intelligentie en leiderschapspotentieel weinig zeggen over slaagkansen in onderwijs of succes in de verdere loopbaan. Passie en doorzettingsvermogen zijn wel bepalende factoren. Succes ontstaat door een speciale mix van volledige overgave en vastberadenheid om op lange termijn je doelen waar te maken.

En hoe kan je dan doorzettingsvermogen aanleren? Het is een thema waar vele leraren DKO mee worstelen. Duckworth geeft enkele tips:

  • Ga lastige situaties voor je leerlingen niet uit de weg. En accepteer dan dat tegenslagen daar een onderdeel van zijn.
  • Kijk als leraar (en ouder) minder naar de cijfers en meer naar het groeiproces. Want groei is een veel interessantere indicator en stimulator.
  • Geef het goede voorbeeld. Ga zelf nieuwe uitdagingen aan en laat dat zien in de klas.

Domme en slimme dril

1*AxbuuyS_lsMXl8_GTSRl9g.png

100 keer hetzelfde herhalen. Ooit was dat de standaard. Ondertussen staan we dankzij onderzoek en gezond verstand een stuk verder. Zomaar iets herhalen is dom. En een fout erin drillen, is dubbel dom… en bijzonder frustrerend voor de leraar.

Slimme dril doe je bewust en gevarieerd. Zo wordt training effectief. En daarom ook leuk. Want als het vooruit gaat, ben je ook gemotiveerd. Logisch toch?

Dit zijn vijf slimme dril tips. Met dank aan de specialisten Lieven van Ael en Jo Stijnen:

  1. train bewust en super geconcentreerd;
  2. stel je na een speelbeurt de vraag hoe het nog beter kan;
  3. oefen met plezier, laat je uitdagen door bijvoorbeeld levels;
  4. varieer in klankkleur, accenten, sfeer…;
  5. studeer geen fouten in.

Dril

1282605.jpg

Soms krijg ik de vraag of er op de academie nog plaats is voor dril. Mag een leraar nog een drilinstructeur zijn? Kom op, speel, en nog een keer, en nog, nog, nog … Tot de vingers of de mond pijn doen. Of tot de woorden je de keel uit gangen. Tot het perfect is.

We zijn dat blijkbaar kwijtgeraakt. En durven dat ook niet meer vragen aan leerlingen. Terwijl we allen proefondervindelijk weten: het hoort erbij. Training tot het in de vingers zit. Je uren kloppen. De harde noot van het vakmanschap.

Een stevige inspanning leveren en daar achteraf de vruchten van plukken. Het blijft waardevol. Laten we, als de context daarvoor klopt, daar ook niet bang voor zijn. Met gezond verstand.

Aangeleerde afhankelijkheid

studeren.png

Leerlingen die gewillig uitvoeren wat je van hen vraagt: geen eigen initiatief, consumeren en wegwezen. Houdt jou dat ook bezig?

Want je hoopt dat leerlingen het omgekeerde laten zien: actief meedenken en initiatief nemen. Zo wordt onze job een droom. Altijd weer bruisende lessen. En leerlingen die ons energie geven.

Vreemd dat een deel van onze leerlingen in die passieve rol kruipt.

Ligt dat aan hen? Aan de tijdsgeest? Aan ons onderwijssysteem? Of ligt het aan ons? Drijven we hen, ongewild, naar een vorm van aangeleerde afhankelijkheid.

Misschien is dat laatste te streng.

De waarheid zal wel ergens in het midden liggen.

Gerichte aandacht

35285405043_11967501b6_o.jpg

Een muziekpedagoog geeft tijdens workshops graag volgende opdracht: maak een klein en repetitief klanklandschap met een plastic zak. Geef dan de zak door en zorg ervoor dat niemand een verschil hoort.

Wat dan gebeurt is magie. Alle deelnemers zijn met volle aandacht bij de zaak: een grote en gerichte concentratie om het geluid op te pakken en te imiteren.

Een leraar piano vertelde een gelijkaardig verhaal. Hij laat leerlingen stilstaan bij slechts één toon. Binnen die focus ontstaat dan aandacht voor klankkleur, touché, intensiteit, boventonen, toonkwaliteit…

En zo zijn er vele verhalen. Van lessen waarin details een groot gewicht krijgen.

Onze aandachtsspanne is korter dan die van een goudvis. Die onrustwekkende conclusie stuurde Microsoft in 2015 de wereld in. In een tijd waarin we voortdurend geprikkeld en overprikkeld worden, is gerichte aandacht een zeldzaam goed geworden.

Ik studeer

1280x640libeer.jpg

Het verschil maken? In Knack vertelt pianist en presentator Julien Libeer hoe hij daaraan werkt. Zijn recept is eenvoudig.

Mijn dagelijkse realiteit, om eerlijk te zijn, is gesukkel. Het is nooit goed genoeg. Speel maar eens een Beethovensonate. Wat betekent dat? Hoe maak je het verschil? Er is altijd die horizon die zich verlegt. Mentaal gesproken is dit vak een brainfuck. En de enige remedie tegen compleet zot worden, is discipline. Maandag: ik studeer. Dinsdag: ik studeer. Woensdag: ik studeer. Zaterdag, zondag: ik studeer. Ik kan geen week zonder piano. Dan word ik echt zot. 

Sneller instuderen

kit518860_broad_chain_closeup_c_wikimedia-org_ 2.jpg

De blog bulletproof musician bespreekt een interessant onderzoek. Hoe studeer je een werk sneller in ?

Drie succesvolle strategieën vallen op:

Speel deel – geheel – deel …: isoleer de moeilijke passages en studeer die apart. Maar oefen daarnaast ook het geheel.

Stel een doel: herhaal met een doel. Bepaal bij een herhaling wat je wil bereiken.

Schakel: studeer in een moeilijke passage de eerste noten. Oefen tot je ze in de vingers hebt. Voeg er dan één of meerdere noten aan toe. En schakel zo verder tot de hele passage gekend is.

Japans vakmanschap

telraam.png

Tijdens de gitaarles vertel ik het verhaal van een Japans gitarist. Onder zijn pupiter had deze virtuoos een telraam laten monteren om zijn vakmanschap te vergroten.

Als hij geconfronteerd werd met een moeilijke passage in een partituur gebruikte hij dat telraam met tien bolletjes. Hij schoof één bolletje naar rechts als hij de moeilijke passage een eerste keer juist kon uitvoeren. Ging de tweede keer ook goed, een twee bolletje. Maar als er de derde keer een fout in sloop, schoof hij alle bolletjes weer naar links. En het spel begon van voor af aan.

Vakmanschap betekende: de tien bolletjes aan de rechterkant krijgen.

Trainen tot het helemaal af is.

Harde en zachte competenties

screensnapshot-11-05-2016-10-29-15.jpg

Vakmanschap bestaat uit harde competenties. Deze competenties vereisen een hoge mate van precisie. Het zijn bekwaamheden die iedere keer zo correct en identiek mogelijk moeten uitgevoerd worden. Er is meestal maar één weg naar het ideale resultaat. Harde competenties moeten lopen als een Zwitsers horloge: betrouwbaar, accuraat, voorspelbaar en automatisch zonder de minste hapering.

De andere rollen vragen eerder zachte competenties. Hier is eerder flexibiliteit nodig. Zachte competenties ontwikkel je door spel. Je verkent je grenzen in veranderlijke situaties door steeds weer nieuwe en lastige hindernissen te leren overwinnen. Een leraar maakt zich dan ook niet druk om foutjes. Het belangrijkste is dat leerlingen durven uitproberen en leren omgaan met andere contexten.

De twee goed onderscheiden, is de boodschap. Harde en zachte competenties vragen elk een eigen aanpak.