Rituelen

live-tekenen-genderdebat-vooruit-28-03-2013.jpg

Hoe wordt een kunstenaar geïnspireerd? Welke gewoontes, rituelen gaan schrijven, tekenen en componeren vooraf? In het mooie boekje Dagelijkse rituelen van Mason Currey krijgen we een inkijk.

Erik Satie wandelde iedere dag tien kilometer naar zijn favoriete café. Om daar vervolgens te componeren en een omelet te eten van dertig eieren.

De architect Frank Lloyd Wright kreeg zijn beste ideeën tussen vier een zeven uur ’s morgens. Daarna deed hij een dutje. De rest van de dag had hij tijd voor anderen dingen.

Illustrator Eva Mouton vertelt dat ze in het begin van haar carrière totaal geen structuur had. Behoorlijk onproductief was dat. Ondertussen heeft ze te pakken wat voor haar wel werkt:

Elke ochtend sta ik op om negen uur. Ik ontbijt, was me en kleed me aan tot op mijn schoenen. Ik zorg ervoor dat ik eruit zie alsof in naar mijn job buitenshuis zou vertrekken. Ik las eens dat een thuiswerker beter functioneert als hij zijn schoenen aanheeft. Niet zijn pantoffels. Blijkbaar denkt je hoofd pas dat het werktijd is als er schoenen aan je voeten zitten. 

Voor ik een cartoon begin te tekenen, doe ik een hele voormiddag ‘dingetjes’ zoals theezetten, Twitter duizend keer checken, de kat aaien, naar buiten turen. Vroeger werd ik gek van dit uitstelgedrag. Nu weet ik dat het erbij hoort. Het is mijn hoofd dat zegt: ‘Maak me leeg’. 

Dan leg ik Nils Frahm op de plantenspeler. Zijn repetitieve pianomuziek balt mijn gedachten samen en brengt me in een diepe concentratie. 

5 x 5

5x5.jpg

Sommige leerlingen proberen net voor een concert de meubelen nog te redden. De laatste week hard studeren. Onderzoek toont aan dat dat enkel op korte termijn een effect heeft. Na vier weken is het leereffect van de erin-stampers bedroevend: 44 procent kan het geleerde dan niet meer reproduceren.

Het brein kan maar een beperkte hoeveelheid informatie op één moment verwerken. Goed opbouwen heeft daarom een duurzaam leereffect. Vijf minuten oefenen, laten bezinken en daarna weer kort oefenen. Leren vraagt om focus en concentratie en dat kost energie. Daarom heeft het brein rustperiodes nodig.

Leer daarom je leerling om oefening te spreiden. Want vijf maal vijf minuten oefenen heeft veel meer effect dan één keer een half uur. En misschien is het beeld hierboven wel een fijn hulpmiddel om dit te illustreren.

Trots op je werk

screensnapshot-17-03-2016-01-30-55.jpg

Fietsenmaker Jos Dol vertelt hoe zorgvuldig hij een slag uit een achterwiel haalt:

Met twee handen pak ik aan beide kanten van het wiel telkens twee spaken vast, alsof ik een harp bespeel. Zo voel ik hoeveel spanning op de afzonderlijke spaken staat. Hoe vaster de spaak, hoe hoger de spanning. Door met die spanning te spelen, haal ik de golf uit het wiel.

Theologe Barbara Zwaan reageerde met grote bewondering op het verhaal van de fietsenmaker. Zij vergeleek Jos Dol met filosofe Simone Weil.

Wanneer Weil over aandacht schrijft, gebruikt ze grote, hoogstaande bewoordingen. Deze fietsenmaker zegt precies hetzelfde, maar impliciet en misschien daarom nog indrukwekkender. Dit is levende aandacht, aandacht voor het werk. Echte vakmannen vallen samen met wat ze doen. Ze zijn één met hun bezigheid, die daardoor voor mij iets mystieks of spiritueels krijgt, zonder dat het hier gaat om een hogere werkelijkheid: de mensen voeren gewoon hun beroep uit.

Hoe kunnen mensen zo opgaan in iets heel gewoon, hun dagelijks werk? Socioloog Richard Sennett weet dat mensen via hun vak een gevoel van eigenwaarde krijgen. De beloning voor dat werk hangt niet af van salaris, punten of aanzien. Trots zijn op je werk, daar doen we het voor.

Aandachtsboog

aandachtig-luisteren.jpg

In Knack vertelt pianist Julien Libeer over aandacht. We lijden allemaal onder een verknipte aandachtsboog. Luisteren naar klassieke muziek vraagt zo veel aandacht dat het niet meer van deze tijd lijkt.

Ik hoor veel mensen klagen over het feit dat ze het niet meer kunnen: hun aandacht erbij houden. We moeten daar iets aan doen. Niet alleen omdat we naar Beethoven moeten blijven luisteren. 

Zonder diepgang komen we er niet. Zelf begon ik met iedere dag vijf zinnen over te schrijven in schoonschrift, zo mooi als ik kan. Het idee om kinderen te leren schrijven op een toetsenbord vind ik complete waanzin. Ik weet niet waar ik het gelezen heb, maar intelligentie construeer je via de zintuigen. Als je geen echte materialen voelt, als je niet leert met je handen te schrijven, muziek te maken, te tekenen, dan mis je een dimensie van het mens-zijn. Ik weet niet wat er met de mens en zijn empathie gebeurt, als we alles door een soort virtuele realiteit zullen duwen. Het is niet alleen de vraag welke wereld we onze kinderen nalaten, maar ook welke kinderen we aan onze wereld nalaten. 

Boekenplank

Zin om te lezen? Hier mijn boekenplank artistieke competenties. Boeken die mij inspireerden om de artistieke rollen beter te leren kennen.

kunstenaar
vakman
performer
onderzoeker

samenspeler

Oefenend bestaan

Om een uitmuntend niveau te halen is voortdurende training nodig. Kunstenaars leiden een oefenend bestaan. Om beter te worden. Maar ook om op niveau te blijven. Het kan gewoon niet anders.

Meer dan ooit is het belangrijk om dat oefenend bestaan ook in de klas te benoemen. Met woorden of beelden. Bijvoorbeeld:

should-you-be-practicing-720x915

Ritme

marlihuijer.jpg

Ritme is discipline en vrijheid in één. Het is de discipline om iets twee, drie of honderd keer over te doen én het is de vrijheid om binnen die herhaling te improviseren en nieuwe dingen te ontdekken.

Aan het woord is hier geen musicus maar de filosofe Marli Huijer. In haar boek Ritme, op zoek naar een terugkerende tijd onderzoekt ze hoe ritme in ons leven verdwijnt. De arbeidsmarkt wil dat we permanent paraat staan. Zondagen zien er meer en meer uit als weekdagen. Werk en vrije tijd lopen voortdurend in elkaar over.

Huijer pleit niet zozeer voor onthaasting. Ze houdt wel een pleidooi voor een goede ritmische inrichting van ons leven.

Kunstacademies zijn altijd plekken van terugkerend ritme geweest: het ritme van de wekelijkse les, van de dagelijkse oefening, van de herhaling. Zo proberen we patronen in te laten slijpen.

En dat is soms een harde noot waar leerlingen doorheen moeten. Een ouder liet haar vier musicerende kinderen ‘s morgens voor school een half uur oefenen. Elke dag. Het werd een tweede natuur.  Als ze dagelijks oefenen, en elke dag iets langer, krijgen ze er vanzelf plezier in, vertelde ze.

Discipline als tweede natuur

Discipline

Opvallend dat sinds kort – ook in Nederland – het woord discipline weer hot is. Filosofe Marli Huijer schrijft in haar boek discipline, overleven in overvloed het volgende over schrijver Arnon Grunberg.

Aan Grunberg werd gevraagd hoe hij naast het schrijven van zijn romans en artikelen er toch nog in slaagde om dagelijks een column voor de Volkskrant aan te leveren.

Discipline. Als je dagelijks een column schrijft, leef je daarvoor. Zoals je denk ik ook voor je kind leeft als het net geboren is. Dat gaat vanzelf. Aan vakantie doe ik niet. Omdat het daarna te veel moeite kost om de draad weer op te pakken. Het is net als marathonlopen. Als je stopt met trainen krijg je onmiddellijk achterstand.

Voor Grunberg is discipline een tweede natuur geworden. Ontstaan uit zijn genen én zijn opvoeding: nature en nurture.

Een competenties die we onze leerlingen voor het leven kunnen meegeven.

De ambachtsman

headlineheadlinethecraftsman1322643229.jpg

Het boek de ambachtsman van Richard Sennett is een must voor leraren kunstonderwijs. Sennett beschrijft de schoonheid van het vakwerk, streven naar kwaliteit en de noodzaak aan repetitief werk. Ook in deze tijden. Zeker in deze tijden.

De timmerman, de dirigent zijn stuk voor stuk vakmensen omdat zij goed werk willen leveren omwille van het werk zelf.Volgens een veelgebruikte maatstaf is zo’n tienduizend uur ervaring nodig om een meestermusicus te worden.

Vakmanschap is altijd door kwaliteit gedreven werk.

Het moderne onderwijs vreest repetitief onderricht omdat het slaapverwekkend zou zijn. De verlichte leraar, bang dat hij de kinderen verveelt en bereid om telkens met nieuwe stimulansen te komen, vermijdt misschien routine – maar onthoudt op die manier kinderen de ervaring hun eigen ingebakken oefening te onderzoeken en deze van binnenuit te moduleren.