Ritme

marlihuijer.jpg

Ritme is discipline en vrijheid in één. Het is de discipline om iets twee, drie of honderd keer over te doen én het is de vrijheid om binnen die herhaling te improviseren en nieuwe dingen te ontdekken.

Aan het woord is hier geen musicus maar de filosofe Marli Huijer. In haar boek Ritme, op zoek naar een terugkerende tijd onderzoekt ze hoe ritme in ons leven verdwijnt. De arbeidsmarkt wil dat we permanent paraat staan. Zondagen zien er meer en meer uit als weekdagen. Werk en vrije tijd lopen voortdurend in elkaar over.

Huijer pleit niet zozeer voor onthaasting. Ze houdt wel een pleidooi voor een goede ritmische inrichting van ons leven.

Kunstacademies zijn altijd plekken van terugkerend ritme geweest: het ritme van de wekelijkse les, van de dagelijkse oefening, van de herhaling. Zo proberen we patronen in te laten slijpen.

En dat is soms een harde noot waar leerlingen doorheen moeten. Een ouder liet haar vier musicerende kinderen ‘s morgens voor school een half uur oefenen. Elke dag. Het werd een tweede natuur.  Als ze dagelijks oefenen, en elke dag iets langer, krijgen ze er vanzelf plezier in, vertelde ze.

Discipline als tweede natuur

Discipline

Opvallend dat sinds kort – ook in Nederland – het woord discipline weer hot is. Filosofe Marli Huijer schrijft in haar boek discipline, overleven in overvloed het volgende over schrijver Arnon Grunberg.

Aan Grunberg werd gevraagd hoe hij naast het schrijven van zijn romans en artikelen er toch nog in slaagde om dagelijks een column voor de Volkskrant aan te leveren.

Discipline. Als je dagelijks een column schrijft, leef je daarvoor. Zoals je denk ik ook voor je kind leeft als het net geboren is. Dat gaat vanzelf. Aan vakantie doe ik niet. Omdat het daarna te veel moeite kost om de draad weer op te pakken. Het is net als marathonlopen. Als je stopt met trainen krijg je onmiddellijk achterstand.

Voor Grunberg is discipline een tweede natuur geworden. Ontstaan uit zijn genen én zijn opvoeding: nature en nurture.

Een competenties die we onze leerlingen voor het leven kunnen meegeven.

De ambachtsman

headlineheadlinethecraftsman1322643229.jpg

Het boek de ambachtsman van Richard Sennett is een must voor leraren kunstonderwijs. Sennett beschrijft de schoonheid van het vakwerk, streven naar kwaliteit en de noodzaak aan repetitief werk. Ook in deze tijden. Zeker in deze tijden.

De timmerman, de dirigent zijn stuk voor stuk vakmensen omdat zij goed werk willen leveren omwille van het werk zelf.Volgens een veelgebruikte maatstaf is zo’n tienduizend uur ervaring nodig om een meestermusicus te worden.

Vakmanschap is altijd door kwaliteit gedreven werk.

Het moderne onderwijs vreest repetitief onderricht omdat het slaapverwekkend zou zijn. De verlichte leraar, bang dat hij de kinderen verveelt en bereid om telkens met nieuwe stimulansen te komen, vermijdt misschien routine – maar onthoudt op die manier kinderen de ervaring hun eigen ingebakken oefening te onderzoeken en deze van binnenuit te moduleren.

Competenties voor het leven

De nauwkeurigheid die ik elke dag als chirurg nodig heb, leerde ik in de gitaarles.

J. Matheï, chirurg

Op de academie is de leerling niet alleen bezig met kunst maken maar krijgt hij ook kwaliteiten mee die hij in zijn verdere leven kan inzetten. De leerling maakt niet alleen kunst maar de kunst maakt ook de leerling.

Enkele levenscompetenties hebben we hieronder als adjectieven geformuleerd. Ze geven een kwaliteit aan vele handelingen buiten de kunsten: innoverend denken, verbindend organiseren, anders kiezen, aandachtig studeren … en nauwkeurig opereren.

leven jpeg