
In het boek The Shape of Content uit 1956 werden zes lezingen van de beeldende kunstenaar Ben Shahn samengebracht. De lezing over non-conformiteit in de kunsten is de belangrijkste.
Shahn stelt dat grote kunst en belangrijke historische veranderingen ontstonden vanuit een eigenzinnige houding. Kunstenaars zijn volgens Shahn non-conformisten. Ze houden niet van een status quo. Ze zijn ofwel ontevreden over hoe dingen lopen of willen iets eigen(zinnings) toevoegen aan wat is.
Die drang naar anders of beter hebben wetenschappers ook. Het verschil is dat wetenschappers eerder vanuit logisch denken werken. Kunstenaars gebruiken vooral hun intuïtie, verbeelding en diepe gevoelens als drijfveer.
Wat leveren deze gedachten op voor kunstonderwijs? Dat we leerlingen mogen uitdagen om te schuren? Dat we sporen van een eigen artistieke stem in de verf mogen of moeten zetten? Dat we leerlingen mogen stimuleren om ongewone paden op te zoeken?
Dat vraagt avontuur en moed van de leraar. Want ergens hebben we wel een conforme standaard voor ogen die we graag nastreven. En de ambachtelijke invalshoek fluistert ons in het oor: zal het niveau dan niet dalen?
Het is maar vanuit welk perspectief je dit bekijkt.