Een klein beetje onhaalbaar?

Het mag een klein beetje onhaalbaar zijn. 

Prachtig hoe een lerares fluit het verwoordde. Het is onze plicht om leerlingen altijd weer naar een volgende uitdaging te leiden.

In de didactiek bestaat er een dure uitdrukking voor, uitgevonden door de Russische psycholoog Lev Vygotski: de zone van naaste ontwikkeling. Deze zone ligt op het snijpunt tussen kunnen en niet kunnen. Noch te makkelijke oefeningen, noch te hoog gegrepen opdrachten hebben een leereffect.

Vygotski legt terecht het accent op het haalbare. Misschien is daarom de uitspraak een klein beetje onhaalbaar er net over.

Beter? Het mag (een klein beetje) net haalbaar zijn. 

Lijstjes

checklist-square-interface-symbol-of-rounded-corners_318-56093.jpg

Neem eerst een doosje eieren. Die zijn deze week lager geprijsd.  Ga dan naar de afdeling groenten en fruit: neem een kilo aardappelen, zes tomaten en twee trossen bananen. Vergeet dan het wc-papier niet. En neem tenslotte twee pizza’s uit de diepvries. 

Ga je met zo’n tekst naar de winkel? Nee toch. Dit zal eerder de werkelijkheid benaderen:

  • doosje eieren
  • 2 pizza’s
  • 1 kg aardappelen
  • 6 tomaten
  • 2 trossen bananen
  • wc-papier

Het voordeel van zulke lijstjes?

  • ze geven ademruimte;
  • ze maken het kernachtig;
  • en ze blijven hangen.

Is dit een zinvol alternatief voor uitgebreide feedback op een evaluatiefiche? Ja, zeker als je dit combineert met een gesprek waarin je een genuanceerde toelichting geeft bij die kernachtige formuleringen.

Ogen toe

Ogen dicht.png

Een lerares viool stelde vast dat ze altijd weer keek naar het technische aspect: de boogstreek die niet juist is, een foute vingerzetting, de duim die niet op de juiste plek staat…

Die obsessie maakte haar blind voor andere elementen. Ze hoorde niet meer dat het – ondanks die onorthodoxe houding – best wel goed klonk. Of dat de leerling er toch wel in slaagde om een publiek mee te nemen in een verhaal.

Haar oplossing? Doe af en toe je ogen toe zodat je niet ziet wat er technisch fout gaat. En richt je op hetgeen je hoort. Gegarandeerd dat je dan andere dingen opmerkt.

Nog

Nog niet.jpeg

Nog is een interessant woord. Een onopvallend woord, en toch een wereld van verschil.

Je kunt het nog niet.

Wat laat je met deze uitspraak uitschijnen? Dan je erin gelooft dat je leerling er zal geraken. En dat je zijn/haar hersenen ziet als een spier: door oefenen kan je je ontwikkelen. Na een inspanning kan je nog niet schrappen.

Via taal maak je impliciet je overtuigingen hoorbaar. Nu nog in de praktijk brengen.

Feedbackkaarten

IMG_3722.jpeg

Ik heb hier geen woorden voor. Deze poëtische feedback gaf een tienjarige leerling deze week na een presentatie van een andere leerling gitaar. Dat raakte iedereen die in de klas zat. Omdat het prachtig geformuleerd was en ook helemaal klopte: de uitvoering was fijnbesnaard en meeslepend.

Anderzijds is de letterlijke variant ik heb hier geen woorden voor ook een interessante kwestie. Leerlingen hebben soms een beperkt vocabularium om feedback te geven. En dan maken ze er zich gemakkelijk vanaf met clichés: goed gespeeld of ik vind het al heel goed. En daar zijn we hopelijk niet tevreden mee.

Deze week experimenteerde ik met feedbackkaarten. Op zo’n kaart staat een vraag die de aandacht van de leerling richt. Iedere leerling kiest op voorhand telkens één kaart. Zo kan de feedbackgever zich concentreren op één aspect. Dat geeft houvast en maakt het makkelijker.

Conclusies? Dit simpele concept leverde sterkere feedback op: soms grappig, soms ontwapenend eerlijk. En dat zorgde voor veel gelach, nieuwe inzichten en ook wel een kleine traan.

Leerlingen geven feedback

stelling-overleg 2.jpg

Op zo’n grote schaal had ik het nog nergens gezien. De leraren van de academie van Wilrijk lieten tijdens een podiumweek alle leerlingen feedback aan elkaar geven. Wow.

Over dit nieuw evaluatieconcept was het lerarenteam achteraf unaniem positief. Ze verbaasden zich over de directe feedback van sommige leerlingen. Uit een kindermond klinkt stevige feedback blijkbaar minder bedreigend. Een aantal leraren hadden hun leerlingen ook effectief opgeleid tot feedbacker.

Natuurlijk moet het concept bijgestuurd worden:

  • de feedbackrondes mogen korter;
  • krachtige feedback is ook voor leraren nog een uitdaging;
  • leerlingen moeten zich het artistiek vocabularium meer eigen maken;
  • feedback noteren en gelijktijdig een gesprek modereren is niet makkelijk.

Maar de tendens is duidelijk: hier gaat de academie mee verder.

Feedbackritueel

2f1626bec38619c0c0c0e07b5914980c.png

Een leraar beeld van de academie van Beveren heeft een mooi ritueel: op het einde van iedere les, net voor het opruimen, worden alle werken op de tafel gelegd. De leraar en de leerlingen formuleren dan feedback op de voorlopige resultaten.

Een sterk concept. Zeker omwille van het wekelijks ritme. De losse flodder voorbij. En het signaal aan de leerlingen is ook niet mis te verstaan: feedback geven en ontvangen is een wezenlijk bestanddeel van een kunstopleiding.

En als de tijd te krap is? Dan vragen de leerlingen zelf om toch nog even het rondje feedback te mogen doen.

Harde en zachte competenties

screensnapshot-11-05-2016-10-29-15.jpg

Vakmanschap bestaat uit harde competenties. Deze competenties vereisen een hoge mate van precisie. Het zijn bekwaamheden die iedere keer zo correct en identiek mogelijk moeten uitgevoerd worden. Er is meestal maar één weg naar het ideale resultaat. Harde competenties moeten lopen als een Zwitsers horloge: betrouwbaar, accuraat, voorspelbaar en automatisch zonder de minste hapering.

De andere rollen vragen eerder zachte competenties. Hier is eerder flexibiliteit nodig. Zachte competenties ontwikkel je door spel. Je verkent je grenzen in veranderlijke situaties door steeds weer nieuwe en lastige hindernissen te leren overwinnen. Een leraar maakt zich dan ook niet druk om foutjes. Het belangrijkste is dat leerlingen durven uitproberen en leren omgaan met andere contexten.

De twee goed onderscheiden, is de boodschap. Harde en zachte competenties vragen elk een eigen aanpak.

Evalueren is poëzie

De leraren woord van Izegem leggen een jury drie vragen voor. Drie eenvoudig vragen, mooi en uitgepuurd geformuleerd. En richting gevend.

Wie goed leest, ontdekt achter deze woorden een heldere visie: evalueren betekent objectief kijken, maar ook – subjectief – uitdrukken wat een optreden met je deed. Om tenslotte de kern te pakken: voeding geven.

Iets voor je eigen evaluatiemomenten? Of om als poëzie te lezen.

screensnapshot-23-10-2015-08-46-08

Heb jij dat ook?!

VP-LR-RGB-Heb-jij-dat-ook.jpg

We kunnen gevoelens soms moeilijk onder woorden brengen. Onze emotionele woordenschat is zo beperkt.

In Heb jij dat ook?! beschrijft Mario Giordano 1000 gevoelens die we allemaal kennen. Een heerlijke trip van grote en kleine herkenningspunten…

  • De RADELOOSHEID voor je iets weet te schrijven in het gastenboek.
  • De zich OPSTAPELENDE WOEDE tijdens het ontwarren van een kettinkje dat in de knoop zit.
  • Het KLAAR-VOOR-ACTIEgevoel als je bij de kapper naar buiten loopt.
  • Het ZENUWACHTIGE GEVOEL als iemand de kaartjes komt controleren, zelfs als je weet dat het jouwe gewoon geldig is.

Een boekje om gevoelens te zoeken die een invulling kunnen geven aan teksten, muziek, beelden en bewegingen. Want een pakkende uitvoering gaat vaak gepaard met sterke emoties.

Ook ZIN om dit boekje zo snel mogelijk in je handen te hebben? Hier een voorproefje.